Verzekerde waarde
Herbouwwaarde, vervangingswaarde, verkoopwaarde of nieuwwaarde
Het belang dat een verzekerde heeft bij het behoud van een zaak kan in verschillende waarden worden uitgedrukt, zoals verkoopwaarde, vervangingswaarde, nieuwwaarde en herbouwwaarde. Deze verschillende maatstaven kunnen tot zeer verschillende uitkomsten leiden. Het is dus van groot belang te weten naar welke waarde is verzekerd omdat daaruit voortvloeit hoe de te vergoeden schade moet worden berekend.
De wet maakt onderscheid tussen ‘herbouwwaarde’ en vervangingswaarde. In artikel 7:956 van het Burgerlijk Wetboek (BW) staat dat een gebouw naar zijn herbouwwaarde is verzekerd, en andere zaken naar hun vervangingswaarde. Vervangingswaarde is het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
Deze wetsbepaling is van regelend recht. Dat betekent dat daarvan mag worden afgeweken. Bij verzekering van gebouwen gebeurt dat in de meeste polisvoorwaarden ook. Dan wordt de schade aan gebouwen vergoed op basis van herbouwwaarde. Dat betekent dat de verzekerde de herstelkosten vergoed krijgt als hij het gebouw herstelt. Maar als de schade aan een gebouw niet hersteld wordt, dan krijgt de verzekerde slechts de (meestal veel lagere) vergoeding op basis van verkoopwaarde. Dat is de vervangingswaarde van het gebouw die wordt berekend aan de hand van de verminderde verkoopwaarde: het verschil in de verkoopwaarde van het gebouw vóór de schade en de verkoopwaarde van het gebouw na de schade.
De ervaring leert dat in de praktijk vrijwel altijd de schadevergoeding op basis van verkoopwaarde veel lager is dan de schadevergoeding op basis van herbouwwaarde. Daarom is het voor verzekerden vaak van belang om
Veel polisvoorwaarden verbinden extra voorwaarden aan het behoud van de aanspraak op schadevergoeding op basis van herbouwwaarde. Zo moet er vaak binnen een bepaalde termijn – een aantal maanden of een jaar – bij de verzekeraar worden gemeld dat de verzekerde zal overgaan tot herbouw van het beschadigde gebouw. Ook de verplichting om de schade binnen een bepaalde termijn – vaak 2 of 3 jaar – met het herstel te beginnen of zelfs de herbouw te voltooien, komt in veel opstalpolissen voor. Wordt daaraan niet voldaan, dan vervalt vaak de aanspraak op schadevergoeding op basis van herbouwwaarde, en heeft de verzekerde vaak nog slechts recht op schadevergoeding op basis van verkoopwaarde.