Risicoverzwaring bij brandverzekering
In vrijwel iedere brandverzekering is een bepaling opgenomen die de verzekeringnemer verplicht de verzekeraar op de hoogte te stellen van een risicowijziging of risicoverzwaring. In de procedure bij Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met nummer ECLI:NL:OGHACMB:2024:91 kreeg het Hof de vraag voorgelegd of de verzekeraar de dekking onder de verzekering terecht heeft afgewezen met een beroep op risicoverzwaring of dat zij de schade moet vergoeden.
Verzekerden hebben een Perfect Woonhuisverzekering voor een pand dat zij verhuren. Het pand wordt al jaren bedrijfsmatig gebruikt. De assurantietussenpersoon en verzekeraar zijn daarvan op de hoogte. De (nieuwe) huurders van het pand gebruiken het gehuurde bedrijfsmatig voor sociaal-culturele activiteiten, waaronder het verzorgen van kooklessen. Op een gegeven moment woedt er brand in het gehuurde. De verzekerden claimen de schade onder de verzekering. De verzekeraar wijst de dekking af met een beroep op artikel 7.2. In artikel 7.2 van de polisvoorwaarden staat:
‘a. Bij wijziging van de bestemming, bouwaard of dekking van het omschreven gebouw […] is de verzekeringnemer verplicht hiervan zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden, schriftelijk aan de maatschappij kennis te geven […]
b. Verzuimt de verzekeringnemer tijdig aan de maatschappij kennis te geven volgens het bepaalde onder a., dan wordt de dekking twee maanden na de desbetreffende risicowijziging opgeschort, tenzij de verzekering ook na de kennisgeving zou zijn gecontinueerd […]’
De verzekeraar stelt dat na de verhuur het pand werd gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten, zoals kookcursussen en kookactiviteiten, terwijl het was verzekerd als woonhuis. Volgens de verzekeraar is daarmee de bestemming van het pand gewijzigd en hadden de verzekerden dit moeten melden. Er is geen melding gedaan. Het gevolg daarvan is dat de dekking is opgeschort, aldus de verzekeraar, zodat zij de schade niet hoeft te vergoeden.
De verzekerden betogen dat de verzekeraar geen beroep kan doen op risicoverzwaring. De verzekeraar wist dat het gehuurde al jaren anders dan als woonhuis werd gebruikt, was op de hoogte van de kookcursussen en heeft de verzekering gewoon laten doorlopen. Bovendien is het gebruik voor een wekelijkse kookles in een normale keuken geen risicoverzwaring ten opzichte van het normale gebruik van een keuken in een woonhuis. Volgens verzekerden moet de verzekeraar daarom de schade betalen.
Het gerechtshof volgt de verzekerden in hun betoog en veroordeelt de verzekeraar tot vergoeding van de door de verzekerden geleden schade.