Afwijkende afspraken na schadeclaim
In de rubriek ´Uitspraak van de maand´ komen voor onze praktijk relevante uitspraken aan bod en informeren wij u over de actualiteiten. Deze maand is een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 17 januari 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:656) aan de orde. In deze zaak ontstond brand in een pand dat werd verbouwd. De eigenaar had een opstalverzekering afgesloten, waarin was bepaald dat geen korting wordt toegepast op de schadevergoeding die de verzekeraar moet uitkeren als de schade tevens op een andere verzekering is gedekt. De aannemer had bij dezelfde verzekeraar een CAR-verzekering voor dit verbouwingsproject afgesloten. Beide verzekeringen boden dekking voor brandschade.
Na de brand benoemde de verzekeraar een schade-expert voor de schade op de opstalverzekering, de pandeigenaar benoemde een contra-expert. Afgesproken werd dat de experts de omvang van de schade zouden vaststellen en dat zij zouden beschrijven welke andere verzekeringen er zijn waarop deze schade was gedekt. De verzekeraar gaf een andere schade-expert opdracht om de omvang van de schade op de CAR-verzekering vast te stellen. Partijen verzochten gezamenlijk aan de 3 schade-experts om de totale schade vast te stellen en een voorstel te doen hoe de schade over de twee verzekeringen kon worden verdeeld. De 3 schade-experts hebben overleg gevoerd, waarna het grootste deel van de schade werd begroot voor de CAR-verzekering, en een klein deel van de schade werd begroot voor de opstalverzekering, al werd die taxatie niet ondertekend door de contra-expert. De verzekeraar en de pandeigenaar waren het er over eens dat de optelsom van beide bedragen samen de totale schade was.
De verzekeraar keerde vervolgens het grootste deel van de schade uit aan de aannemer onder de CAR-verzekering; het (veel lagere) bedrag dat voor de opstalverzekering was begroot werd uitgekeerd aan de pandeigenaar. De pandeigenaar was het daar niet mee eens, want hij vreesde dat de aannemer de schade niet zou herstellen. Terechte vrees, zo bleek. De pandeigenaar eiste dat de verzekeraar het bedrag dat onder de CAR-verzekering reeds aan de aannemer was uitgekeerd, nogmaals zou betalen aan de pandeigenaar omdat de schade ook op zijn opstalverzekering was gedekt. De verzekeraar weigerde de schade twee keer te vergoeden.
De rechtbank oordeelde dat tussen verzekeraar en pandeigenaar bindende afspraken waren gemaakt over de vaststelling van de hoogte van de schade, maar niet over hoe de totale schade over de opstalverzekering van de pandeigenaar en de CAR-verzekering van de aannemer moest worden verdeeld. De verzekeraar had dus niet het grootste deel van de schadevergoeding aan de aannemer mogen uitbetalen. Moest de verzekeraar dan aan de pandeigenaar nogmaals betalen? Dat ook (nog) niet. De rechtbank oordeelde dat partijen na de brand hebben afgesproken dat de experts een voorstel zouden doen voor verdeling van de totale schade over de twee verzekeringspolissen, en dat partijen daar dan afspraken over zouden maken. Daarom kon de pandeigenaar geen onverkorte toepassing vorderen van de polisvoorwaarde waarin staat dat geen korting wordt toegepast op de schadevergoeding die de verzekeraar moet uitkeren als de schade tevens op een andere verzekering is gedekt. Over de vraag hoe de totale schade over de twee verzekeringen moet worden verdeeld wordt nog verder geprocedeerd.
De moraal van dit verhaal: als je bij schade van de polisvoorwaarden afwijkende afspraken maakt, dan kun je later geen beroep meer doen op die polisvoorwaarde. Schakel in voorkomende gevallen tijdig deskundige hulp in om te voorkomen dat je positie verslechtert.